donderdag 25 februari 2016

Maandag 22 feb 2016

Maandag, 22 februari 2016, Jamesbay, St Helena.

Daar liggen we dan aan een mooring, aan de stuurboordkant de hoge rotsen van het eiland St Helena, aan de bakboordkant de hele rest van de South Atlantic Ocean, een prachtige plek. Even wat feiten op een rijtje, Sint Helena ligt op 1950 km afstand van Afrika vanaf de grens Namibia Angola en 4000 km ten oosten van Rio de Janeiro. Het eiland is 16 bij 8 km en telde in 2008 4255 inwoners. Het is ontdekt in 1502 door de Portugezen, later door de Engelsen gekolonialiseerd in 1659, als kolenbunkerstation voor de British East Indian Compagnie. Voormalig keizer Napoleon heeft hier zijn laatste levensjaren in ballingschap doorgebracht. De hoofdstad is Jamestown en wij liggen voor anker in Jamesbay. Vanochtend moeten we eerst langs de bank om geld op te nemen en onze schulden te betalen. Dus eerst de ferryman opgeroepen per marifoon, om ons naar de kant te brengen. Op eigen gelegenheid naar de kant is bijna onmogelijk. De swell ( oceaandeining) is enorm, zelfs wanneer het er als een glad zeetje uitziet, slaan de golven met grote kracht op de rotsen of op de aanlegplaats. Ze hebben daar een stalen constructie gemaakt met lange touwen met knopen, net als vroeger in de gymzaal bij Apekooien, daar kun je je aan vastgrijpen als je van de boot op de wal moet stappen/springen. De bootjes kunnen niet vastleggen, dus ze varen langszij en dan moet je gauw je kans waarnemen. Iedereen helpt, want iedereen heeft ook zijn handen vol, als je van het schip afkomt loop je met een tas met scheepspapieren, een tas wasgoed, een zak afval, lege jerrycans en degenen die terug aan boord gaan, komen dus met schoon wasgoed, tassen boodschappen, volle jerrycans. Dus iedereen probeert met man en macht het scheepje in bedwang te houden, terwijl de anderen snel alle tassen doorgeven. Er is hier maar Internet op een paar plaatsen, dat werkt niet aan boord, dus af en toe maak je ook al deze toeren met een computer en een fototoestel in je rugzak. Goed eerst op weg naar de bank, het is grappig in de Mainstreet kom je de ene na de andere bekende tegen, die boot kennen we nog uit Kaapstad, die uit Rodrigues, die nog van een jaar geleden, het is maar een klein centrum hier beneden en iedereen maakt uiteraard gebruik van dezelfde faciliteiten, de bank, de wasserij, het Internet, de supermarkt. Sommige cruisers vertellen ons, dat het hier zo goedkoop is, maar ik denk dat die niet zo goed kunnen rekenen. Alles gaat hier in St Helena Pounds, die staan gelijk met het Britse Pound en dat is ongeveer 1,40 euro. Om te beginnen moet je 40 SHP betalen als een soort havengeld, dan 35 SHP voor de Immigratie, 2 SHP voor de mooring per dag, maar ook voor iedere keer dat je naar de kant gaat moet je de ferryman 2 SHP betalen per persoon. Alles moet hier per schip naar het eiland gebracht worden, dat kun je wel terugzien in de prijzen. Vooral de verswaren zijn erg aan de prijs, dat waren we beter gewend. Maar nog steeds vinden we het eiland een bepaalde charme en uitstraling hebben, het is leuk hier te zijn. Naar de bank dus, helemaal terug in de jaren 50, een grote rij loketten, prachtig omlijst door glimmend gewreven houten kozijnen, dames in uniform, de SHP staat dus gelijk met het Britse Pound, daar kun je gewoon mee betalen, maar je krijgt SH geld terug, daar kun je nergens anders ter wereld mee betalen behalve nog op Ascension en Tristan da Cunha. Je kunt het ook nergens inwisselen. Er zijn geen geldautomaten, dus kun je alleen bij de bank onder openingstijden terecht en ze rekenen maar liefst 5% handlingsfee, dat vind ik nog al wat. Wij namen 500 SHP op en dan betaal je dus 25 Pound aan handlingsfee, dat is 35 euro. Dan gaan we een rondje maken om overal te betalen, bij Immigratie betalen we keurig onze inklaringskosten, krijgen een kwitantie, dan moet er een aantekening gemaakt worden in Roderick zijn paspoort en ook in het mijne. Daar had ik dus niet op gerekend, ik had juist mijn paspoort met opzet thuis gelaten omdat het aan land gaan hier nogal een risico is. Goed nu mag Roderick dus nog 9 dagen op het eiland blijven en ik krijg nog 1 dag dispensatie, maar moet morgen weer langskomen met mijn paspoort. Wat een gedoe, dachten we overal aan gedacht te hebben, cruisers denk eraan je hebt een bewijs van een ziekenverzekering nodig, dat moet getoond worden en ook dat je gedekt bent voor eventuele evacuatie (meestal reisverzekering). Om naar de havenmeester te komen, loop je dwars door het kantoor van de douane heen, iedereen is druk aan het werk, maar vindt het prima dat je daar loopt, soms knopen ze nog een praatje aan en meestal loopt iemand nog even mee om de weg te wijzen. Ongekend. Tot slot gaan we naar Anne's Place om ons diner te betalen en uiteraard ook nog een drankje te drinken. We komen leuk in gesprek met een Nederlands stel, die hier met de vrachtboot van Kaapstad heen gevaren zijn. Dan is onze middag al bijna om, onze energie zeker, dus dan gaan we op weg naar de ferry opstapplaats om naar ons schip gebracht te worden. Met al dat gedoe en wachten op de veerman ben je een hoop tijd kwijt. Overstappen van het kleine veerbootje op ons schip is ook geen sinecure, ze bewegen beide een andere kant op, dus je moet een grote stap nemen, je direct vastgrijpen aan je eigen boot en dan hopelijk veilig naar binnen klauteren. De cruisers die je ontmoet hebben opvallend veel blauwe plekken



Sent from Windows Mail

Geen opmerkingen:

Een reactie posten